De journalistiek is

Grote bedrijven vormen geen bedreiging maar juist een garantie voor kwaliteit 

Een groot bedrijf met veel mediatitels als DPG Media is geen bedreiging voor de journalistiek, maar zal deze juist waarborgen - onder voorwaarden. Directeur Journalistiek Philippe Remarque over de journalistieke koers in dit turbulente tijdsgewricht.

Als jongeman leerde ik het journalistieke vak in de praktijk. Zo liep ik tussen de Russische opstandelingen die in Moskou de tanks van de oude sovjet-garde weerstonden. De Sovjet-Unie stortte ineen. Dertig jaar later door toedoen van Vladimir Poetin plotseling weer uiterst actueel.


Toen kon ik, bewapend met een notitieblokje en jeugdige Sturm und Drang, nog niet bevroeden dat ik ooit met Kamerleden over de toekomst van de journalistiek zou praten. Toch gebeurde dat afgelopen jaar. Want sommigen zijn bezorgd over het lot van de Nederlandse kranten nu die voor het grootste deel eigendom zijn van DPG Media en Mediahuis.

Garantie

Ik kon ze, hoop ik, geruststellen: met de journalistiek gaat het goed in Nederland. En die grote bedrijven zijn eerder een garantie voor de toekomst dan een bedreiging. Zoiets zeggen bedrijven zelf natuurlijk altijd. Moet je dat geloven? Ik zal mijn redenering uitleggen, dan kunt u zelf oordelen.


Iedereen die dit leest heeft zijn eigen media­gedrag de afgelopen jaren drastisch zien veranderen. Door het kleine scherm in ieders zak en de overvloed aan informatie, diensten en vermaak daarop. Dat is een zegen, maar het is ook een revolutie. Inclusief de creative destruction van de Oostenrijkse econoom Schumpeter. Zeker in de media. Door de nieuwe mogelijkheden vloeit nu veel geld naar grote techbedrijven, die geen redacties bekostigen.


Dat zou slechte gevolgen kunnen hebben voor de journalistiek, en dat heeft het op sommige plaatsen in de wereld ook. Maar als je kijkt naar het Nederlandse en Vlaamse journalistieke landschap, kun je je alleen maar verbazen hoe goed het eigenlijk gaat.

Philippe Remarque (56)

directeur Jour­nalistiek sinds 2019. Daarvoor 9 jaar hoofd­redacteur van de Volkskrant.

Behoefte

Ten eerste blijkt dat ook in het digitale tijdperk grote behoefte bestaat aan gedegen journalistiek. Gemaakt door professionele journalisten, die de tijd en vaardigheden hebben om dieper te graven. In de afgelopen jaren, toen het nieuws diep ingreep in de levens van de mensen, grepen ze massaal naar dat soort journalistiek. Ze bleken ook bereid ervoor te betalen. Al onze nieuwstitels groeien.


En niet alleen die. De onderzoeksjournalistiek is in Nederland nog nooit zo rijk geweest als nu: bestaande media, van ons of de concurrentie, nieuwe online titels als De Correspondent en tal van initiatieven en fondsen zetten zich ervoor in. De journalistiek bewijst zich keer op keer als controleur van de macht en pijler van onze democratie. Denk maar aan de toeslagenaffaire in Nederland en PostNL in België.

“Controleur van de macht en pijler van onze democratie”

Samenwerken

Maar dit kostbare goed blijft niet vanzelf voortbestaan. Het is veel en moeilijk werk. Zeker in dit tijdperk van digitale transitie. De journalistiek moet zichzelf opnieuw uitvinden en grote digitale investeringen doen, om zichtbaar te zijn op dat kleine schermpje in ieders zak. We concurreren daar rechtstreeks met de apps van Big Tech. Om dat te kunnen bekostigen, moeten kranten- en magazinetitels die vroeger zelfstandig bestonden, in grotere verbanden samenwerken.



Dat is het verhaal achter die twee mediabedrijven. De beste illustratie is NDC, uitgever van Nieuwsblad van het Noorden, Leeuwarder Courant en Friesch Dagblad. Dat werd op zijn gebied niet beconcurreerd, maar constateerde toch dat het zich moest aansluiten bij een groot mediabedrijf om de toekomst voor zijn regionale journalistiek veilig te stellen. NDC klopte aan bij DPG Media en bij Mediahuis, waar het inmiddels deel van uitmaakt.


Kleinere titels overleven dankzij de opname in een groot concern. Zo bekeken zijn die bedrijven juist goed voor de pluriformiteit. Oorspronkelijke regionale verslaggeving, zuurstof voor onze samenleving en een punt van zorg voor de politiek, komt voor het overgrote deel juist van ons bedrijf: in ADR Nieuwsmedia werken AD en zeven regionale titels samen. Ze groeien weer dankzij die samenwerking.

“Om pluriformiteit te garanderen hebben redacties twee dingen nodig: onafhankelijk­heid en voldoende middelen”

Pluriformiteit

Is dat het hele verhaal? Nee. Want die bezorgde stemmen hebben wel degelijk gelijk: de pluriformiteit van de krantentitels moet bij zo’n concentratie van eigendom wel gewaarborgd worden. Grote concerns dragen een grote verantwoordelijkheid voor deze hoeksteen van onze democratie. Maar, kon ik zeggen tegen de Kamerleden, wij zien die verantwoordelijkheid dan ook als een morele opdracht. De journalistiek, in wat voor vorm ook, vormt het hart van ons bedrijf.


Om pluriformiteit te garanderen hebben redacties twee dingen nodig: onafhankelijkheid en voldoende middelen. Daar moet de uitgever voor instaan. Wat je verder ook mag vinden van DPG Media, met die onafhankelijkheid zit het goed. In de negen jaar dat ik hoofdredacteur van de Volkskrant was, heeft niemand mij ooit iets gezegd over wat we moesten schrijven. Zo hoort het.


Nu ik zelf uitgever en journalistiek directeur ben, en samen met redacties en soms stichtingen nieuwe hoofdredacteuren benoem, ondervind ik opnieuw hoe mooi en precair die balans is: een krant is een onderneming, maar ook een cultuurgoed en geestelijk eigendom van een redactie.


Redactiestatuten, die ook zijn opgenomen in de statuten van ons bedrijf, zijn de vastgelegde garantie dat redacties onafhankelijk blijven. En de middelen? Daar zal altijd discussie over zijn, maar de kern is dat redacties journalistiek moeten kunnen groeien. En het bedrijf moet flink investeren in de digitale transformatie.

Subsidies

Aan een Kamerlid dat voorstelt grote mediabedrijven op te breken, vroeg ik hoe die zelfstandige titels na zijn ingreep moeten overleven in dit digitale landschap. Met subsidies, zei hij.


De Nederlandse kranten als een soort musea, terwijl we al een publieke omroep hebben, dat is niet mijn idee van pluri­formiteit, zei ik; bij een vrije pers hoort vrij onder­nemerschap. En, het belangrijkste: we zijn springlevend en groeien, zonder subsidie, ver verwijderd van enig museum. De journalistiek bloeit.

Nieuwsmedia